Februari Staking Zaandam

Meer jongeren bij herdenking Februaristaking 1941

Op zondag 26 februari is de Februaristaking van 1941 herdacht. Toen legden Amsterdammers en Zaankanters massaal het werk neer als protest tegen de vervolging van Joodse landgenoten. Opvallend is dat er steeds meer jongeren bij de herdenking aanwezig

Zondagmorgen 26 februari verzamelden voormalige stakers, familieleden, nabestaanden en geïnteresseerden zich bij het monument Staakt! Staakt! Staakt! op de Wilhelminabrug in Zaandam. Dit monument van beeldend kunstenaar en verzetsstrijder Truus Menger herinnert aan de Februaristaking van 1941. Het herdenkt de enige grote opstand van de bevolking tegen de Jodenvervolging in bezet Europa. Na de minuut stilte legden verschillende mensen en organisaties bloemen bij het monument.

In haar toespraak waarschuwde burgemeester Faber dat we in deze tijd alert en kritisch moeten blijven. Zeker periodes van economische crisis bieden een goede voedingsbodem voor verdeeldheid. Als modern voorbeeld haalde ze de site van de PVV aan over het melden van overlast door mensen uit Oost-Europa. ‘Zoals de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog ons leren kan het stigmatiseren van bepaalde bevolkingsgroepen desastreuze gevolgen hebben’, aldus de burgemeester.

Daarna stelde de heer Homma van het Amsterdamse Comité Herdenking Februaristaking 1941 de vraag of iemand de garantie kan geven dat de terreur van het verleden zich niet opnieuw kan herhalen. Deze zoon van een februaristaker hoopt dat een gewaarschuwd mens voor twee telt. De theatergroep Barbaren & Co sloot de herdenking af met delen uit de voorstelling ‘STAAKT…’ over de Februaristaking 1941. Indringende teksten over de staking en liedjes uit die periode zorgden voor een passende sfeer.

Els Veenis-Kaak, voorzitter van het Stedelijk 4 en 5 mei Comité Zaanstad, was blij met de opkomst van de aanwezigen: ‘Het is geweldig om te zien dat er de laatste jaren steeds meer mensen aanwezig zijn en in het bijzonder het aantal jongeren toeneemt. Het betekent dat het verleden en de betrokkenheid bij de toekomstige maatschappij zeker leven bij de generaties van na de oorlog.’