herdenken-zaanstad-4en5mei-kristallnacht

Gedichten herdenking Kristallnacht

Op zaterdag 9 november werd de Kristallnacht, die in de nacht van 9 op 10 november 1938 uitbrak, herdacht.

Gerrit van den Nieuwendijk, Hans de Roo en Ellen van Atten lazen zelf geschreven gedichten voor.

Hoor ze marcheren
zie hun verbeten koppen
harde blikken

Nu durven ze wel
anarchisten en communisten
al uitgerookt,
wij moeten verdelgd worden

Wat te doen in een land
waar alle waarden met
voeten vertrapt worden
waar de meest smerige leugens
over ons worden uitgestrooid
waar we dagelijks worden
beschimpt, belasterd,
geterroriseerd.

Hoe is het mogelijk dat een
overheid een volk oplegt
dat wij anders zijn
dat wij een bedreiging zijn
voor de wereld

Wij zijn net als de meeste
andere mensen die net
als ons in vrede willen leven
geloven dat een wereld
mogelijk is waar een ieder
tot zijn en haar recht kan komen.

Nu is dat hier, Hitler Duitsland,
onmogelijk
De terreur regeert
de leugen triomfeert

Wij zitten in de val
en komen hier niet uit.

– Gerrit van den Nieuwendijk 2019 –


Onmiddellijk na de moordaanslag op een Duitse diplomaat
start de SA als bruinhemdbende hooligans zonder hart
wraakcampagnes tegen Joden met oproep tot geweld.

In de nacht naar tien november brak in Duitsland én Oostenrijk
geregisseerde volkswoede uit. Gewelddadig straatgepeupel
richt op grote schaal aan joods bezit vernielingen aan.

Winkelruiten, ruiten van bewoonde huizen, stuk voor stuk
aan gruzelementen. Meubilair kapotgeslagen. Synagogen in
lichterlaaie. Ravage, ook op joodse begraafplaatsen.

Bij duizenden worden Joden opgepakt. Gedeporteerd naar
strafkampen onder moorddadig regime.
Zwijgt het buitenland? De vluchtelingenopvang wordt in
Nederland door de regering drastisch begrensd.

Vijf jaar na naziterreur met steeds angstaanjagender
discriminatie wierp sinds 1933 zijn schaduw naar Kristallnacht vooruit.
Vandaag de dag betekent herdenken opnieuw denken:
hoe geweld ontstaat, waartoe het leiden kan.

– Hans de Roo –


Meer dan glas
De angst tussen haar tanden
knarst harder dan het glas
onder haar voeten
In de koude hand van moeder
balt zij haar drijvende knuist

De kinderen waar ze gisteren mee speelde:
vandaag vreemden
En op straat klinkt een lied dat
zij niet mee kan zingen,
niet kan overstemmen

Geluidsgolven breken tegen haar borst
Hartslag ontregelt. De wereld. Chaos,
waarin het ritme van de marcheerders
met onverwachte precisie
het kind tussen de ogen raakt
met scherpe messen

Waar licht aan het plafond hing,
gaapt nu een gat naar boven:
grauwe sterrenhemel,
zonder slaap, zonder dromen
Matrassen met ruggen tegen de muur
Gesloten ogen. Het kind ruikt rook

Vuur
Overal vuur

Het smeult na waar wetteloze wolven
hun vette vingers drukten op Thora-rollen
Herschreven boeken slaan
de grond weg onder haar voeten
Het kind is offer, lam voor de slacht
Melk wordt met haar bloed opgedronken
Druiven worden gebroken voor zure wijn

Onder de stampende laarzen
breekt meer dan glas

Op het perron staat een moeder
met lege handen

De trein rijdt

Het kind zwaait en vangt scherven

– Ellen van Atten –