Extra beladen herdenking Februaristaking 2022
Dit is de speech gehouden door Arianne de Jong, directeur van het Nationaal comité 4 en 5 mei.
Vijf oorlogsjaren waren we het kwijt
Sinds 1945 leven we in een land, dat vrij is van oorlog
Het is belangrijk dat we de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend houden en tijd nemen stil te staan bij belangrijke momenten die van betekenis zijn, zoals de Februaristaking van vandaag
81 jaar geleden kwamen duizenden mensen in opstand,
Ze trokken een grens, riepen op om te staken, om weerstand te bieden
Wetend dat de bezetter niet terug schrok om geweld te gebruiken
We weten nu, dat de Februaristaking, de enige massale en openlijke protest tegen de Jodenvervolging in bezet Europa was.
Moed tonen en in verzet komen, vraagt ongelofelijk veel van mensen
Door vandaag samen stil te staan, tonen we een eerbetoon aan hen die met gevaar voor eigen leven, in opstand kwamen. Stil staan zet aan tot nadenken, jezelf vragen te stellen; wat zou ik doen als een ander onderdrukt wordt, vervolgd wordt of op de vlucht is? Heb ik de durf en moed om mijn eigen vrijheid op te geven voor de ander?
De afgelopen twee jaren hebben we allen eigen vrijheden moeten inleveren voor een groter collectief belang vanwege de Corona pandemie. Deze crisis heeft iets fundamenteel bloot gelegd: namelijk dat we onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Die verbondenheid kent geen landgrenzen en kan schuren en spanning geven. Het leven in vrijheid en vrede vraagt inspanning van ons allemaal.
Als we vandaag spreken over vrijheid, dan kunnen we niet anders dan stil staan bij de inval van Rusland in Oekraïne. Dit houdt ons allen bezig. Het toont de kwetsbaarheid van vrijheid, vrede en democratische rechtstaat. Deze invasie in Oekraïne heeft de hoop, dat deze vorm van oorlogsvoering in Europa voor altijd tot het verleden zou behoren, de grond in geslagen.
Om hoop te houden moeten we moedig zijn inspanning te leveren vrijheid weerbaarder te maken, zorgen dat vrijheid tegen een stootje kan. Ik geloof dat wij als mens de dragers van vrijheid en vrede zijn. De waarden, gedachten en overtuigingen die wij dragen, maken het verschil. Ook op momenten waarin alles verloren lijkt, onderdrukt en beklemmend aanvoelt.
Uit de verhalen van de Februaristaking maak ik op dat er ongeloof, verontwaardiging en boosheid was, maar ook een sterke overtuiging dat opstand verschil zou maken.
“beseft de enorme kracht van uw eensgezinde daad!
Deze is vele malen groter dan de Duitse militaire bezetting!
Dat moet men in 1941 moed hebben gegeven het werk neer te leggen en te gaan staken. En ondanks dat de Februaristaking geen einde kon maken aan de Jodenvervolging, was er iets diep van binnen in beweging gezet. Men had schouder aan schouder gelopen en wist, ik sta niet alleen.
In opstand komen, demonstreren, staken. Ook vandaag de dag trekken mensen de straat op, men komt samen, gaat het gesprek aan en vraagt aandacht. Op stukken karton of lakens staan handgeschreven teksten. Journalisten halen verhaal. In onze open vrije democratische samenleving kan dat.
Stop de oorlog!
Dat is de oproep die men nu doet.
Het nieuws toont beelden van vele vormen van protest en ook medeleven. Ook van Russen die de straat op gingen en verzet toonden tegen hun eigen autoritaire leider. Meer dan 1600 demonstraten werden opgepakt. Naast de dappere mannen en vrouwen die deelnamen aan de Februaristaking, denk ik vandaag aan allen die moed tonen en in verzet komen, met gevaar voor eigen leven.
De gedachten van het Nationaal Comité 4 en 5 mei gaan uit naar al die onschuldige mensen die op dit moment slachtoffer zijn van het machtsstreven van de Russische president. Het sterkt het comité in haar opdracht om oorlogsslachtoffers te herdenken en het belang en de kwetsbaarheid van vrijheid, democratie en rechtsstaat uit te dragen.
Ook de burgemeester van Wormerland, Judith Michel- de Jong, hield een speech.
Weest eensgezind, Weest moedig
Hun parool is ons parool
Hun taak is onze taak
Beseft de enorme kracht van uw eensgezinde daad
Wat doen wij?
Met deze woorden werden werknemers in Amsterdam en de Zaanstreek eind februari 1941 opgeroepen om het werk neer te leggen. ‘Wat doen wij?’ is de vraag die hen gesteld werd. Hun antwoord was duidelijk: het werk werd in grote getalen neergelegd en de Februaristaking was ook in de Zaanstreek een feit.
De Duitse bezetting is op dat moment al enige tijd gaande. De gevolgen hiervan worden steeds duidelijker: er is sprake van het treiteren van de Joodse bevolking. Er verschijnen bordjes: voor Joden verboden, Joden niet toegestaan. Joodse werknemers verliezen hun baan. Winkels worden beklad, ramen ingegooid. De NSB krijgt alle ruimte voor provocaties. In reactie hierop ontstaan onlusten en vechtpartijen. De Duitse bezetter vindt daarom dat het tijd is voor een duidelijk signaal. Op 22 en 23 februari 1941 worden in totaal 425 jonge Joodse mannen opgepakt en afgevoerd uit Amsterdam.
De verontwaardiging over dit grote onrecht is enorm. De Februaristaking is een directe reactie op dit grote onrecht.
Als een olievlek breidt de staking zich vanuit Amsterdam uit. Naar Hilversum, Haarlem, Velzen, Utrecht en…ook naar de Zaanstreek. Er is grote solidariteit: werknemers uit de fabrieken, maar ook ambtenaren, scholieren en winkelbedienden sluiten zich aan. 200 Zaanse bedrijven en duizenden mensen spreken zich met deze staking uit. In een grote protestmars gaan de mensen onderweg naar Zaandam. Schouder aan schouder, solidair en tegen het onrecht dat de Joodse bevolking wordt aangedaan.
Uiteindelijk staken er op 25 en 26 februari 1941 duizenden mensen. Door alle lagen van de bevolking. De Februaristaking is daarmee het enige grootschalige verzet van de bevolking tegen de Jodenvervolging in Europa. Helaas wordt de staking in Zaandam bruut uit elkaar geslagen door de Duitsers. Daarbij komt een jonge man om het leven. Daarnaast zijn er andere represailles van de Duitsers. Velen betalen een grote prijs voor hun keuze om mee te staken, mee te werken aan de voorbereidingen en mee te helpen met het verspreiden van de stakingsboodschap.
Wat doen wij? Dat was de vraag die voorlag. Als je de getuigenissen hoort en leest van de mensen die destijds aanwezig waren, valt mij op hoe eensgezind men is. Het is eigenlijk vanzelfsprekend en logisch om mee te doen en solidair te zijn. Spontaan sluiten mensen zich aan. Hun parool is ons parool. Hun taak is onze taak. Er is wel degelijk een besef dat staken niet zonder gevaar is. Maar zoals een van de deelnemers van toen dat omschrijft: de noodzaak om het heft in handen te nemen en er wat aan te doen, moet het zwaarste wegen.
Vandaag herdenken wij en staan we stil bij de Februaristaking. Bij de moed en eensgezindheid van toen. En bij de belangrijke boodschap die de deelnemers van de Februaristaking uitdragen: wij leggen ons niet neer bij onrecht en komen in verzet als onze vrijheid en gelijkheid op het spel staat.
Wat doen wij?
Ik kom weer terug bij de vraag die op het Zaanse manifest met hoofdletters stond geschreven. Het is een vraag die toen, in februari 1941 met zeer veel urgentie beantwoord moest worden. Deze vraag blijft ook vandaag relevant. Want thema’s als vrijheid, gelijkheid en solidariteit blijven ook in onze democratische rechtstaat aandacht vragen en onderhoud nodig hebben.
In dat kader wil ik u graag meenemen in de conclusies van een onderzoek dat vorig jaar verscheen. Het is een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam over de vraag hoe jongeren aankijken tegen democratische waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Uit het onderzoek kwam naar voren dat bijna de helft van de jongeren in de tweede klas van het voortgezet onderwijs niet veel belang hecht aan het leven in een democratie of er zelfs helemaal geen mening over heeft.
Dat jonge mensen, pubers, nog niet volledig doordrongen zijn van het belang van de democratische rechtsorde is op zich niet heel verrassend. Maar wat wel als zorgelijke conclusie naar voren kwam in dit onderzoek is dat de opvatting van jongeren over democratie sterk samenhangt met hun opleidingsniveau. Van de vwo-leerlingen steunt ruim 70% het leven in een democratie, terwijl de steun voor het leven in een democratie onder vmbo-leerlingen met 34% veel lager is. De eerste groep spreekt thuis vaker dan de tweede groep over problemen in de samenleving, is vaker van plan om te gaan stemmen en heeft meer vertrouwen in ambtsdragers.
Dit sluit aan bij ander onderzoek waaruit blijkt dat onze democratie steeds meer een diploma- democratie wordt en dat de democratie simpelweg beter en makkelijker werkt voor inwoners die een HBO of universitaire studie gedaan hebben. In de Tweede Kamer zitten vooral leden met zo’n opleiding. Het is ook deze groep die de weg kent als het gaat om inspraak en het beïnvloeden van beleid. Ook de rechtspraak is beter toegankelijk voor deze groep.
Als inwoners zich minder goed vertegenwoordigd voelen in onze democratie, moeten we ook niet gek opkijken dat deze mensen minder waarde hechten aan democratie. Deze ontwikkeling is wellicht begrijpelijk, maar natuurlijk ook zeer onwenselijk.
Onze democratie staat of valt met mensen die de democratische waarden ondersteunen en ervoor op willen komen. Zoals de deelnemers aan de Februaristaking in overweldigende mate hebben laten zien. Daar kunnen wij vandaag, jong en oud, veel van leren.
Wat doen wij?
Vandaag herdenken wij. En houden we de verhalen en getuigenissen van toen levend. We staan stil bij de geschiedenis en het belang van opkomen voor onze democratische waarden. Wij staan pal voor onze democratie. Ik hoop dat u deze boodschap vandaag en alle andere dagen van het jaar moedig en eensgezind met elkaar uit wil blijven dragen.
Drie leerlingen van de Dijk Oost lazen hun eigen gedichten voor.
Het eerste gedicht is van Joël, het tweede van Felix en het laatste van Angel.