De speech van Jan Hamming op 4 mei
Vandaag hield burgemeester Jan Hamming een indrukwekkende speech bij het monument in het Koogerpark:
De littekens van de Tweede wereldoorlog blijven altijd zichtbaar.
En dat is maar goed ook.
Want door te kijken naar de littekens zien we hoe waardevol de vrijheid is die we nu hebben.
Sjef Swolfs junior, zoon van een Zaanse verzetsstrijder, zei laatst:
‘De oorlog blijft altijd in je.’
We zijn het aan hem en al die anderen verplicht om ook een deeltje van de oorlog in ons mee te dragen…
Sjef Swolfs junior is inmiddels 84 jaar en woont in Zaandam.
Hemelsbreed nog geen kilometer van de Zuiddijk, de plek waar hij opgroeide.
Daar maakte hij als klein jongetje de oorlog van dichtbij mee.
Hij liep daar zo’n 80 jaar geleden het litteken op dat vandaag de dag nog altijd aanwezig is.
Josephus Swolfs, de vader van Sjef, maakte deel uit van een verzetsgroep in de Zaanstreek.
Ook zijn moeder Lien hielp mee in het verzet.
Zij streden tégen de bezetter.
En vóór onze vrijheid.
Sjef senior kon als medewerker van Artillerie-Inrichtingen wapens en springstoffen van het fabrieksterrein van zijn werkgever smokkelen.
Deze werden gebruikt bij sabotageacties tegen de nazi’s, waar Sjef senior ook regelmatig een rol in speelde.
Het is nauwelijks voor te stellen hoeveel lef ervoor nodig is om in oorlogstijd met een zak vol handgranaten rond te lopen.
Letterlijk met explosieven op stap door de vijandige Zaanse straten.
Sjef Swolfs deed het.
Hij legde zich niet neer bij onvrijheid en verzette zich.
Dat het gevaarlijk werk was bleek in 1943.
Sjef en Lien werden, samen met andere leden van hun verzetsgroep, verraden.
In december 1943, nu ruim 78 jaar geleden, werden Sjef senior en zijn vrouw Lien opgepakt door de nazi’s.
Toen dat gebeurde zaten de toen 6 jarige Sjef junior en zijn twee jaar jongere zusje Ali, thuis, op de Zuiddijk.
In een flits werden zij beroofd van hun ouders.
Een gezin ontworteld in een oogwenk.
Sjef junior kwam terecht bij de vader van zijn vader.
Ali werd opgevangen door de moeder van hun moeder.
Na negen maanden werd moeder Lien wonder boven wonder vrijgelaten.
Zij keerde terug naar Zaandam…
Als de inmiddels 84-jarige Sjef Swolfs junior zijn ogen sluit ziet hij het weer voor zich.
Het moment dat hij haar voor het eerst weer ziet.
In de huiskamer bij grootmoeder.
Hij weet nog precies waar alle spulletjes staan.
Hoe het er rook.
En hoe het voelde toen zijn moeder binnenkwam.
Hoe oma, zusje Ali en moeder Lien tegen elkaar aan kropen.
Het meest levendig is zijn herinnering aan het onbedaarlijke huilen van zijn moeder.
Zij laat haar emoties na negen lange maanden de vrije loop.
Sjef junior zal de luide uithalen van verdriet nooit vergeten.
Dat is het litteken van de oorlog.
Een echo die bijna een eeuw later nog doorklinkt.
‘De oorlog blijft altijd in je.’
Josephus Swolfs, de vader van Sjef, komt nooit meer thuis.
Hij werd op 25 juli 1944 in koele bloeden vermoord in Vught.
Toen hij daar de bossen in werd geleid wist hij dat hij zijn vrouw en zijn twee jonge kinderen nooit meer in de armen zou sluiten.
Vlak voor zijn executie schrijft hij een afscheidsbrief aan zijn vrouw. Daarin schrijft hij:
Allerliefste schat, het is zover dat ik jou en de kinderen een afscheid ga schrijven.
Lang heb ik gehoopt dat wij elkander nog in de leven terug zouden zien, maar het mocht niet zo zijn…
Blijf niet piekeren en treuren om iets wat nu eenmaal zo moet zijn, maar houd het hoofd moedig omhoog en kijk het leven in de ogen.
Ik zal tot de laatste ogenblikken aan jou en de kinderen denken.
Dit verhaal laat zien dat de knal van het holle geweerschot in de bossen van Vught nog steeds hoorbaar is.
Dat de wond die daar is ontstaan nog steeds niet is geheeld.
Enkele jaren geleden nam Sjef Swolfs junior contact met ons op.
Namens de Contactgroep Verzetsgepensioneerden 1940-1945 deed hij een verzoek.
Hij wilde dat we in Zaanstad straten zouden vernoemen naar verzetshelden zoals zijn vader.
Samen met een groep bevlogen vrijwilligers en overlevenden is hij tot de dag van vandaag bezig met ervoor zorgen dat wij niet vergeten.
Dat we herdenken en herinneren.
Dat we kijken naar onze littekens.
En het is ook mede aan hem en aan de contactgroep te danken dat in de nieuwbouwwijk Gouwpark in Zaandam acht Zaanse verzetshelden worden geëerd en herdacht.
Albert Huisman.
Jacob Willemszoon.
Cornelis Zwart.
Gerhardus Docter.
Pieter Adrianus Smit.
Cornelis van Vugt.
Machiel van Marle.
En natuurlijk wordt er ook een straat genoemd naar de vrijheidsstrijder van dit verhaal.
In het Gouwpark in Zaandam komt een straat die wordt vernoemd naar Josephus Swolfs.
Op 4 mei herdenken we verzetsstrijders zoals Sjef Swolfs.
Omdat we stil moeten staan bij de slachtoffers van oorlogsgeweld.
Omdat we ons moeten realiseren hoeveel moed en bloed onze vrijheid heeft gekost.
Omdat we dit litteken onder ogen moeten blijven komen.
Daarom zijn we elk jaar op 4 mei 2 minuten stil.
Zodat we naar de littekens kijken.
En de herinnering aan de oorlog voor altijd in ons allemaal blijft…