Berichten

Verzetsmuseum Amsterdam opent tentoonstelling over beeldmanipulatie Nederlands-Indië

De koloniale oorlog 1945-1949. Gewenst en ongewenst beeld

 

Recent  laaien de discussies op over het  door Nederlandse militairen gepleegde geweld  tijdens de dekolonisatie-oorlog  in  Nederlands-Indië. Waardoor bleef het extreme geweld – van beide kanten – zo lang onbekend bij het grote publiek? Een van de oorzaken is de gemanipuleerde beeldvorming in de Nederlandse pers. Verzetsmuseum Amsterdam zet in de tentoonstelling De koloniale oorlog 1945-1949. Gewenst en ongewenst beeld op een rijtje welke beelden de bevolking destijds wel en doelbewust niet te zien kreeg. De tentoonstelling wordt officieel geopend op 25 november 2015 en is open voor publiek van 26 november 2015 tot en met 3 april 2016.

De Nederlandse bevolking kreeg eind jaren veertig in de media geen beelden te zien van gevechten en slachtoffers. Lezers en bioscoopbezoekers kregen ‘onze jongens’  te zien die in militaire uniformen humanitaire hulp boden aan de dankbare Indonesische bevolking. Pas de laatste jaren duiken er meer gewelddadige beelden op: (pers)foto’s uit archieven die destijds niet werden vrijgegeven door de militaire censuur of privé-foto’s uit de albums van Nederlandse soldaten. Louis Zweers, die in 2013 promoveerde op dit onderwerp en NIOD-medewerkers Erik Somers en René Kok ontdekken nog steeds foto’s die niet eerder zijn gepubliceerd: beelden van soms bruut behandelde krijgsgevangen Indonesiërs, platgebrande kampongs en omgekomen strijders. Foto’s die een nieuw licht werpen op de koloniale oorlog. Hier tegenover zijn de foto’s en films te zien die werden vrijgegeven door de militaire voorlichtingsdiensten, en talrijke exemplaren van de geïllustreerde weekbladen die destijds miljoenen lezers hadden, zoals Panorama, Katholieke Illustratie en De Spiegel. De tentoonstelling geeft inzicht in de invloed en methodes van de propaganda.

 

Nederland was zo kort na de Tweede Wereldoorlog niet toe aan een afscheid van ‘Ons Indië’. Terwijl het moederland nog in puin lag, werden meer dan 120.000 militairen, vooral dienstplichtigen, verscheept om de kolonie te behouden. De militaire operaties (aanvallen) werden ‘politionele acties’ (acties) genoemd; de Indonesische bevolking zou worden bevrijd van de terreur van een kleine groep opstandelingen onder leiding van Sukarno. Foto’s in kranten en geïllustreerde weekbladen en journaalfilms bevestigden dit verhaal en stelden het Nederlandse thuisfront gerust. Maar de gepubliceerde foto’s en journaalfilms vertekenden en verbloemden de werkelijkheid. Het streven naar onafhankelijkheid werd door de Indonesische bevolking breed gedragen en er werd in werkelijkheid een bloedige oorlog uitgevochten.

 

De tentoonstelling De koloniale oorlog 1945-1949. Gewenst en ongewenst beeld  is mede mogelijk gemaakt door  Nationaal Comité 4 en 5 mei, Mondriaan Fonds,  vfonds,  Prins Bernhard Cultuurfonds/Christiaan G. van Anrooij Fonds, Stichting Democratie en Media, de Stichting ter bevordering van de Christelijke Pers en Stichting Centrum voor Propaganda voor Eenheid in de Vakbeweging.

Geen nummers maar Namen

Nederlandse politieke gevangenen in concentratiekamp Dachau

Tussen 1941 en 1945 zaten ruim tweeduizend Nederlanders, voornamelijk politieke gevangenen, in concentratiekamp Dachau. Bij binnenkomst kregen ze een nummer; hun naam deed er niet langer toe. Van 23 april tot en met 25 oktober 2015 staan in Verzetsmuseum Amsterdam de personen achter de nummers centraal in de tentoonstelling Geen nummers maar Namen. Nederlandse politieke gevangenen in concentratiekamp Dachau. In samenwerking met Amnesty International wordt ook het lot van hedendaagse politieke gevangenen belicht. Door jongeren geschreven biografieën vormen het uitgangspunt van de tentoonstelling.

Persoonlijke verhalen en authentieke objecten van politieke gevangenen uit Dachau – overwegend verzetsmensen – maken inzichtelijk hoe gevangenen hun menselijkheid probeerden te bewaren in een systeem gericht op ontmenselijking. Jaap van Mesdag maakte muziek, Pim Boellaard kerfde een dambord in de deksel van een kampkist, Lies Bueninck-Hendrikse hield een foto van haar dochtertje Joke verstopt, Willemijn van Gurp schreef een liederen- en psalmenboekje en beeldhouwer Frits van Hall wist kleine reliëfs te maken.

Ontmoeting tussen generaties
Verhalen van oud-Dachau-gevangenen zijn de afgelopen jaren opgetekend door Nederlandse jongeren tussen de 16 en 19 jaar. Zij deden onderzoek in archieven, interviewden oud-kampgevangenen of hun nabestaanden en bezochten de plekken waar zij gevangen zaten. In korte filmpjes vertellen jongeren in de tentoonstelling hoe de verhalen ze hebben geraakt. ‘We hebben er dankzij dit project een vriendin bij! … Zij zet ons aan het denken waar het in het leven echt om gaat’, aldus Jop Bruin over oud-gevangene Willemijn van Gurp.

Interactief monument 
Concentratiekamp Dachau werd op 22 maart 1933 in gebruik genomen als eerste permanent bedoelde concentratiekamp, stond model voor alle latere concentratiekampen van nazi-Duitsland en heeft als enige concentratiekamp gedurende de gehele naziperiode gefunctioneerd. Voor veel Nederlandse gevangenen werd Dachau het eindstation. Middelpunt van de tentoonstelling is een interactief monument voor alle Nederlandse gevangenen in Dachau. In het monument kunnen bezoekers kampnummers omzetten in namen met biografische gegevens. Ook kan informatie toegevoegd worden, zodat een steeds completer beeld ontstaat en uiteindelijk alle Nederlandse gevangenen uit Dachau een naam en identiteit terugkrijgen.

Actueel onrecht
Vandaag, 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog, worden nog steeds mensen gevangen gezet vanwege hun mening of verzet tegen machthebbers. In samenwerking met Amnesty International is er in de tentoonstelling aandacht voor drie hedendaagse gevangenen: Raif Badawi (blogger uit Saudi-Arabië, veroordeeld tot onder meer duizend stokslagen), Aster Fissehatsion (politica uit Eritrea, gevangen zonder tenlastelegging of proces) en Liu Xia (dichter en kunstenares uit China, voor onbepaalde termijn gevangengehouden in haar huis).

Publicatie en andere activiteiten
Bij Geen Nummers maar Namen verschijnt een publicatie met alle door jongeren geschreven biografieën van oud-Dachau-gevangenen met inleiding door Jos Sinnema, initiatiefnemer van het project. Daarnaast worden in het kader van Geen nummers maar Namen veel activiteiten georganiseerd: een podiumpresentatie op 4 mei in Theater Bellevue, presentaties van biografieën door jongeren en kleine tentoonstellingen op diverse locaties in Nederland, waaronder in Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Het Nederlands Dachau Comité organiseert een Dachau-lezing op 24 april 2015 in de Rode Hoed te Amsterdam.

Zie www.verzetsmuseum.org voor meer informatie.