Geertruida Pel-Groot. ( 13 -09- 1889 _ 20-02-1945 )

Geertje Pel Groot Geertruida (Geertje) Pel-Groot werd in 1941 weduwe. Met haar echtgenoot Wijbrand Pel, directeur Ouwel fabriek in Zaandam, had zij voedselpakketten gemaakt voor joodse vluchtelingen in Westerbork.

Weduwe Geertje Pel-Groot (1889-1945) woonde met haar vier kinderen aan de Prins Hendrikstraat in Zaandam. Zij ontfermde zich in 1942 over de joodse Marion Swaab, een baby waarvan de moeder in een concentratiekamp in België zat en de vader was gevlucht naar het neutrale Zwitserland. De NSB-politieman Hendrik van der Kraan, die schuin tegenover haar woonde verraadde haar. Hij ontving daar geld voor van de nazi’s. Het zogenaamde kop-geld bedroeg meestal  7,50 gulden per aangegeven Joodse inwoner. In februari 1944 moest ze zich met de peuter melden bij de Sicherheitsdienst in Amsterdam. Ze ging samen met haar dochter Trijntje en Marion in de kinderwagen op weg. Maar bij het Vissershop stuurde ze Trijntje met de kinderwagen weg. Zelf ging ze naar de aanlegsteiger waar de boot naar Amsterdam vertrok. Geertje Pel-Groot keerde niet meer terug. Zij kwam via kamp Vught in concentratiekamp Ravensbrück terecht, waar ze op 20 februari 1945 werd vermoord in de gaskamer. Haar vier kinderen hoorden dit pas na de bevrijding. Als lid van de Doopsgezinde gemeente in Zaandam kreeg ze een gedenkplaat in de Doopsgezinde kerk aan de Westzijde. Ook is er een plantsoen bij het monument aan de Savornin Lohmanstraat naar haar genoemd.

De kleine Marion werd in een ander gezin ondergebracht. Na de oorlog bleken haar ouders nog te leven. Zij haalden Marion op en verhuisden met hun dochtertje naar Amerika. Marion keerde als volwassen vrouw terug naar Nederland. Hendrik van der Kraan werd na de oorlog gearresteerd en overleed in 1955 in gevangenschap.