Coenraad Wilhelm Kokkelink

Beroep Timmerman

Geboorteplaats Padangpandjang, NOI.  West Sumatra.

Geboortedatum 13-05-1926
Overlijdensdatum 13-04-1944
Overlijdensplaats Hirson, dépt. Aisne

Nederlands ereveld Orry-la-Ville   Gemeente Senlis   Provincie dépt. Oise (Fr)

Vak B/L   Rij 1  Nummer 3. Te bereiken via de route nationale nr 17.

Het Nederlands ereveld ligt in de buurt van Senlis (29 kilometer boven Parijs) aan de Route Nationale nr. 17. Het ereveld is aangelegd door de Oorlogsgravenstichting in samenwerking met de Franse autoriteiten. De inwijding van het ereveld vond plaats op 3 mei 1958. Het is de centrale begraaf- en gedenkplaats voor Nederlandse oorlogsslachtoffers die omkwamen in Frankrijk. Het ereveld telt 114 graven. In het ereportaal bevinden zich nog gedenkstenen met de namen van 108 Nederlandse oorlogsslachtoffers van wie de laatste rustplaats niet aanwijsbaar is. Op twee van deze gedenkstenen staan de namen van militairen die omkwamen bij de beschieting van het s.s. Pavon bij Duinkerken in 1940. Eén gedenksteen is geschonken door de voormalige verzetsbeweging Union Patriotique Néerlandaise en draagt de namen van Nederlandse verzetsstrijders die in Frankrijk zijn opgepakt en zijn omgekomen. In 1994 is bij de ingang van dit ereveld een bord geplaatst met achtergrond informatie in het Nederlands en Frans.

 

Familiegeschiedenis

Coenraad Willem en Robert Herman Kokkelink waren zoons van Anton Kokkelink. Als zoon van een bakker was het vanzelfsprekend dat Anton bij zijn vader ging werken. Het betekende vooral brood rondbrengen met een mand voorop de fiets. Dat vond hij al gauw saai en hij tekende al snel voor het Koninklijk Nederlands Indisch Leger toen overal voor deelname aan dat leger werd geronseld. Rond 1909, toen ongeveer 18 jaar oud, tekende hij voor drie jaar. Hij was betrokken bij de Atjeh oorlog in die periode. Na drie jaar keerde hij terug in Nederland, maar kreeg te horen dat Elisabeth Steiginga, een half Indonesische vrouw (haar vader kwam uit Friesland) in Indonesië zwanger was geworden. Zijn gereformeerde ouders deden een beroep op zijn verantwoordelijkheidsgevoel en hij keerde terug. Zij trouwden op 7 oktober 1914. Samen hadden zij tenslotte zeven kinderen en zij woonden afwisselend op Java en Sumatra. Ook in die periode werkte hij voor het leger. In 1931 kwam hij met zijn gezin (behalve Mauritz die bleef en trad in militaire dienst) naar de Genieweg in Assendelft, omdat zijn zuster daar woonde. Na verloop van tijd verhuisden zij naar Krommenie. Elisabeth, geboren in 1891 in Salatiga op Java, stierf op 25 februari 1934 en werd begraven in Krommenie. Later hertrouwde Anton.

Hun zonen reageerden verschillend op de verplichting je te melden voor de arbeidsinzet. Enkele vertrokken naar Duitsland, één dook onder en anderen vluchtten naar Frankrijk. Robert Herman moest in het kader van de arbeidsinzet werken in een munitiefabriek in Frankfurt en stierf daar bij een geallieerd bombardement. De nog heel jonge Coenraad Willem vluchtte met een broer naar Frankrijk, maar vond ook daar de dood bij een bombardement. Zijn broer Felix ontsprong de dans met verwondingen. Na de oorlog verhuisde Anton met zijn 2e vrouw naar Abcoude want hij kon wonen in een voormalig Fort: Botshol. Nog later woonde hij weer in Amsterdam waar hij stierf in 1962, 72 jaar oud. Anton heeft zich na de oorlog sterk gemaakt voor het plaatsen van de namen van zijn twee omgekomen zoons op het monument in Assendelft.

De kinderen:

Oudste zoon was Mauritz, hij werd 17-6-1913 in Ambawara op Sumatra geboren. Mauritz heeft een avontuurlijk leven gehad. Hij verbleef lange tijd in IndMauritz Kokkelinkonesië en voornamelijk op Nieuw Guinea. Direct na de inval van de Japanners ging hij- werkend in het dagelijks leven als varkensboer- in het verzet op Nieuw Guinea. Voor zijn verzetswerk kreeg hij later de Militaire Willemsorde, die hem later nog goed van pas kwam. Hij vertrok uit Nieuw Guinea na de machtsoverdracht aan Indonesië in 1962 naar Nederland, maar kon er niet aarden, te zeer gehecht aan de tropenzon. Hij vertrok naar Suriname, waar hij kort na de machtsovername van Bouterse werd gearresteerd, op verdenking van mogelijke acties tegen Bouterse. Vanwege die Willemsorde werd hij toen vrij gelaten, maar hij bleef op een lijst staan van niet te vertrouwen inwoners. Voor de veiligheid van zijn gezin is hij toen naar Frans Guyana gegaan, waar hij de rest van zijn leven woonde en stierf in 1994. Hij kreeg drie zonen en noemde er één naar zijn in de oorlog omgekomen broers Coen en Robert.

Tweede zoon was Gustaaf, geboren in 1915. Hij dook onder in het begin van de oorlog in Werkhoven bij Utrecht. Hij trouwde met een dochter van de familie bij wie hij was ondergedoken.

Derde zoon Albert (Appie) werd geboren in 1917. Hij ging in het begin van de oorlog al naar Frankrijk uit vrees voor de Duitsers. Hij woonde in een buitenwijk van Rouen (Rouaan), in de buurt van de kerk St. Vivien, waar hij werkte voor een blikfabriek uit Vreeland. Hij stierf aan kanker in 1959 en werd 42 jaar.

Vierde zoon was Robert Herman, geboren op Java op 28-6-1920. Robert H. staat op het oorlogsmonument in Assendelft omdat hij niet terugkwam van de arbeidsinzet in een wapenfabriek bij Frankfurt. Een bombardement van de Amerikanen op de fabriek maakte een einde aan zijn leven op 12-9-1944.

Fenna, geboren in 1922 was de enige dochter, zij was vaak ziek en overleed in een verzorgingshuis in 1996.

Vijfde zoon was Felix, geboren op 13 augustus 1924 op Sumatra. Felix moest zich melden en ging werken in Duitsland. Van daar vluchtte hij terug naar Nederland, maar kon niet meer thuis gaan wonen omdat hij zich aan de arbeidsdienst had onttrokken. Hij ging met zijn broertje Coen naar Frankrijk, op zoek naar hun broer Appie bij Rouen. Na de oorlog trouwde hij in Abcoude met Marritje Verweij, die daar op 9-12-1926 was geboren. Zij verhuisden naar Zaandam waar Felix bij de Artillerie-inrichting aan de slag ging. Later werkte hij op de postkamer van Honig. Zij kregen er drie kinderen. Felix stierf in Zaandam in 1989, na herhaalde klachten, aan een hersenbloeding. Het is zijn vrouw, beter bekend in de familie als Tante Map, die veel gegevens en verhalen over de familie wist te vertellen.

Zesde zoon is Coenraad Wilhelm, ook op Sumatra geboren, van 13-5-1926. Ook Coenraad staat op het Assendelfts monument, want hij stierf in 1944 aan de gevolgen van een geallieerd bombardement in Frankrijk. Zoals bij Felix aangegeven ging hij samen met hem op weg naar broer Appie. Op weg naar Rouen werkte Coen eerst nog een tijdje bij particulieren in Hirson, net over de Belgische grens in Frankrijk. In de buurt van Rouen vonden zij werk, maar het bombardement in april 1944, kort voor de geallieerde invasie, maakte daar een einde aan. Felix en Coen raakten gewond . Felix overleefde maar Coen werd blind als gevolg van het bombardement en stierf op 13-4-1944 in een ziekenhuis, uiteindelijk aan een   Coen ligt begraven in de buurt van Senlis, op het kerkhof van Orry la Ville, op een speciaal ereveld met meer dan 100 Nederlandse slachtoffers van de oorlog in Frankrijk.

 

Mauritz Kokkelink

Mauritz Christiaan (Maus) Kokkelink (geboren in fort Willem I te Ambarawa, Nederlands-Indië, 17 juni 1913 – gestorven in Matoury, Frans-Guyana, 24 augustus 1994) was een Nederlandse sergeant en tijdelijk militie-adjudant-onderofficier van het Indische leger en ridder in de Militaire Willems-Orde. Maus Kokkelink werd op 26 maart 1931 te Tjimahi voor de duur van drie jaar tijdelijk aan het Indische leger verbonden als fuselier en geplaatst bij de kaderschool van het Indische leger. Bij de algemene mobilisatie van 9 december 1941 kwam hij in werkelijke dienst als militiesoldaat en kwam hij te werken op Nieuw Guinea. Op 9 januari 1944 werd hij aangesteld tot tijdelijk militie-adjudant onderofficier-instructeur. Toen de Japanners landden op de kust van Nieuw-Guinea was J.B.H. Willemsz Geeroms commandant van het KNIL-detachement met Kokkelink, op Nederlands Nieuw-Guinea; hij besloot dezelfde dag dat de landing van de vijand plaatsvond zich met zijn groep van 62 man in het oerwoud terug te trekken.

Bij Koninklijk Besluit van 12 april 1945 nummer 17 werd Kokkelink benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde. Dat was onder meer omdat hij aanvankelijk als ondercommandant, later als commandant van een detachement van in het begin nog 58 man sterk, na de bezetting van Manokwari op Nieuw Guinea door de Japanners in maart 1942 grote moed, beleidvol optreden, doorzettingsvermogen en bekwaamheid had getoond.

Bij de Japansche bezetting het binnenland ingetrokken zijnde, heeft hij den vijand, ondanks onbeschrijfelijke moeilijkheden en ontberingen, gedurende 2½ jaar den grootst mogelijken afbreuk gedaan, zoodat de Japansche autoriteiten zelfs  f 10.000 en een groote hoeveelheid rijst en zout op zijn hoofd stelden en een macht van 1100 Japansche soldaten uitzonden om zijn guerrilla-bende te vernietigen. Nog zwak en ziek zijnde, na zich te hebben terug gemeld bij de Nederlandsche autoriteiten, heeft hij zich onmiddellijk wederom aangeboden voor zeer riskante opdrachten.”

Zie onder meer:  http://indisch4ever.nu/2012/04/22/27-april-daden-van-verzet-in-nederlands-indie/

Bij Koninklijk Besluit van 20 juli 1950 nummer 310 werd hij eervol ontslagen uit de militaire dienst van het Indische leger.

In email contact met zijn zoon Coen R. Kokkelink  schrijft hij  ‘Het is inderdaad zo dat mijn vader, na de invasie van Indonesië in Nieuw Guinea in de jaren 60, met zijn gezin naar Nederland is gevlucht. Van hieruit zijn wij als gezin naar Suriname -toen nog Nederlands grondgebied- verhuisd. Echter, daar vond toentertijd een coupe plaats (gedenk de december moorden) en ook naar mijn vader werd gezocht. Hij werd getipt dat hij op de lijst stond omdat hij een verzetsheld is en mogelijk guerrilla adviezen zou kunnen geven aan tegenstanders van Bouterse. Hij is in de holst van de nacht met achterlaten van alles naar Frans Guyana gevlucht. Zijn laatste jaren heeft hij daar doorgebracht. Een wens is daarbij in vervulling gegaan, want hij zei altijd dat hij onder de tropenzon wilde sterven en begraven worden. De kou vond hij maar niets.Hij schreef over zijn ervaringen in Indonesië en met name Nieuw Guinea, een boek.(zie onder)

4849