Evert Honig
Evert werd geboren op 09-11-1914 te Koog aan de Zaan en gefusilleerd op 04-06-1943 te Berlijn-Tegel.
Zijn beroep was fabrikant.
Evert was gehuwd. Hij richtte in zijn functie als directeur van de levensmiddelen-fabriek Honig, met hulp van Jan Groot een volstrekt overbodige nachtveiligheidsdienst op, die werklozen probeerde te vrijwaren voor werk in Duitsland door hen aan tijdelijk werk te helpen. De Stijkelgroep waartoe Evert behoorde, gaf informatie over de Duitsers door aan de Britse troepen.
Evert vroeg zich af hoe de bezetter schade kon worden toegebracht door het verzamelen van strategische of anderszins belangrijke informatie. Daarbij werd naar mate de tijd vorderde steeds meer de mogelijkheid van sabotage overwogen. Men legde daartoe een aantal verbanden met gelijkgestemden uit andere kringen. Daaruit vloeide onder meer voort wat men de Ordedienst (O.D.) is gaan noemen.
Zij probeerden uit te vinden hoe de Duitsers hun verdediging rond de havens van IJmuiden en Den Helder hadden georganiseerd en op welke wijze er bij Fokker voor de Duitsers werd gewerkt. Anderen bereidden sabotage voor en voerden dat uit. Ook weer bij Fokker en daarnaast via brandstichting in een Wehrmacht-garage in Zaandam. In maart 1941 liep de Stijkelgroep met plannen rond om mensen naar Engeland te sturen om van de regering rechtstreeks nieuwe instructies te krijgen. De Katwijkse vissersboot KW 133 van Arie en Willem van der Plas zou vier mannen, waaronder Han Stijkel, vanuit Scheveningen de zee opsturen. Maar de haven was geblokkeerd. Twee van de vier opvarenden wisten aan wal te klauteren en ongezien te verdwijnen, maar Han en zijn maat Gude werden in de boeien geslagen. In de dagen daarop volgde een reeks aanhoudingen, die zich voortzette tot in de Zaanstreek. Daarbij werden Evert Honig, het echtpaar Ero en boekhouder Jan Groot ingerekend.